Skip to main content

3. APV beperkingen en uitzonderingen

Algemeen Plaatselijke Verordening (APV)

In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) staan de gemeentelijke regels op het gebied van openbare orde en veiligheid. Kapvergunningen maken daar deel van uit en deze kunnen dus per gemeente verschillen. In de Rotterdamse APV vind u de bepalingen omtrent kappen of kandelaberen van bomen bij:

  • Hoofdstuk 4 (bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente),
  • Afdeling 3 (het bewaren van houtopstanden),
  • De begripsbepaling en omgevingsvergunning voor vellen (artikelen 4:10 en 4:11),
  • en nog een vermelding bij de Toelichting na Artikel 7:5 op pag. 58.

> Raadpleeg de Rotterdamse APV, via overheid.nl

Beperkingen en uitzonderingen op het kapverbod

Het is goed om te weten dat de APV zelden van bomen spreekt en meestal van “houtopstanden”. Daaronder vallen ook heesters of bijvoorbeeld een bosplantsoen. De definitie van een houtopstand (in artikel 4.11) noemt meteen ook beperkingen:

  • Alleen van toepassing op bomen met een stamomtrek van 50 cm of meer, gemeten op een hoogte van 1,30 mtr boven het maaiveld (of bij een meerstammige de omtrek van de dikste stam). Het kapverbod is dus niet van toepassing op bomen met een kleinere stamomtrek op die hoogte.
  • Houtopstanden in particuliere tuinen vallen in Rotterdam buiten de APV regels.

Ook zijn er uitzonderingen op het verbod om een boom te kappen (art. 4:11 lid b.7), zoals bij werkzaamheden van groot belang (‘majeure werken’). Hierbij kunnen echter wel aanwijzingen worden meegenomen, zoals vervangende beplanting.

Weigeringsgronden

De Rotterdamse APV biedt echter ook de mogelijkheid om een aangevraagde kapvergunning te weigeren of alleen onder voorwaarden te verlenen, in het belang van (art. 4:11 lid b4):

  1. natuur- en milieuwaarden
  2. landschappelijke waarden
  3. cultuurhistorische waarden
  4. waarden van stads- en dorpsschoon
  5. waarden voor recreatie en leefbaarheid

Monumentale bomen

Wanneer het gaat om een monumentale boom op gemeentelijke grond, geldt er een strengere toetsing die kap alleen bij uitzondering toestaat. De gemeente dient hierover dan advies uit te brengen.

Een boom is monumentaal, indien deze voldoet aan één van de volgende criteria:

  • Monumentale boom conform de eigenschappen van de landelijke Bomenstichting
  • Plantjaar vóór 1940
  • Stamdoorsnede groter dan 115 cm
  • Dendrologisch van betekenis: zeldzaam vanwege zijn geslacht, soort, variëteit of ras en met een stamdiameter van meer dan 29 cm.
  • Herdenkingsboom
  • Uniciteit