Gemeentelijke zorg voor het oud worden van bomen is een verplichting, bevestigd door de Bomenstructuurvisie 2010. Daarin staat onder andere dat bomen oud moeten kunnen worden. Tot zover is het te vergelijken met andere levende wezens, zoals mensen. Voor beide geldt de voorwaarde, dat dat in gezondheid moet kunnen. Daar houdt de vergelijking op, want voor de gezondheid van ouder wordende mensen kan steeds meer worden besteed, ook al is de levensverlening slechts enkele maanden. Bovendien kunnen mensen, die dat niet nodig vinden, hun toevlucht nemen tot een eerder, waardig, levenseinde. Bomen kennen die mogelijkheden niet – zij zijn lijdend.
De zorg voor oudere bomen ontaardt in het omgekeerde van de bedoeling ervan
Dat komt door de bureaucratische verwording van zorg in zorgplicht door de gemeente. Deze is geïnstitutionaliseerd met gestandaardiseerde protocollen. Zolang die worden nageleefd is er niets aan de hand voor de gemeente. Maar wat doet de gemeente zodra een boom op leeftijd een gebrek vertoont, bijvoorbeeld een plakoksel heeft of een dode tak? Dan schiet de gemeente in de kramp en gaat over tot vellen van de boom in kwestie. Hoe komt dit?
- Periodiek onderhoud van bomen is duurder dan eenmalig kappen.
- De gemeente is bang, aansprakelijk te zijn wanneer een tak – of een hele boom – op iemand of op een auto terecht komt. Zeker tegen de herfst, wanneer de wind hard blaast.
- De gemeente verwart SCHULDAANSPRAKELIJKHEID voor vallende takken of bomen met RISICOAANSPRAKELIJKHEID. Daarbij hebben de ambtenaren zelfs de ondoorgrondelijke term PSEUDORISICOAANSPRAKELIJKHEID geïntroduceerd, dat feitelijk niets anders is dan schuldaansprakelijkheid.
Het voorkomen van schadeclaims lijkt een hogere prioriteit gekregen te hebben dan het behouden van bomen. Gevolg: volwassen bomen verdwijnen bij bosjes uit onze stad.
Risicoaansprakelijkheid
Zonder in te gaan op de mogelijke schade en de bewijsproblemen zoals vereist bij het begrip ONRECHTMATIGE DAAD gaat de gemeente hier te ver. Immers, voor bomen bestaat GEEN risicoaansprakelijkheid – zie Burgerlijk Wetboek 6:174 lid 4. Daarover bestaat een kast vol ontlastende jurisprudentie. Er kan geen schuldaansprakelijkheid zijn, zolang er netjes zorgplicht en onderhoud wordt gepleegd aan de bomen. Geen enkel slachtoffer van een gevallen tak of een omgewaaide boom heeft dan recht op een schadevergoeding van de eigenaar van de boom ofwel de gemeente.
Het is ook tekenend dat Rotterdam geen aansprakelijkheidsverzekering hiervoor heeft afgesloten. Immers, het risico is zeer klein dat iemand door een afgebroken tak of een omgevallen boom wordt getroffen. Bovendien vereist de jurisprudentie, dat potentiële slachtoffers goed opletten en hun auto of zichzelf niet onder een grote boom plaatsen tijdens een storm. Een boom is geen kelderluik (een befaamd arrest van de Hoge Raad), dat open stond en waarbij een passant verongelukte. Die had beter moeten opletten, zei de Hoge Raad, en de eigenaar van het luik hoefde slechts de helft van de geleden schade te vergoeden.
Het hele begrip RISICOAANSPRAKELIJKHEID is overgewaaid van Rijkswaterstaat, die verantwoordelijk is voor de bomen langs snelwegen. Daar kan wel degelijk grote materiele en persoonlijke schade optreden wanneer een tak op een snel rijdende auto valt. Wij hebben sterk de indruk dat binnen de bebouwde kom de (onterechte) vrees voor schadeclaims als middel gebruikt wordt om gewenste kapvergunningen te onderbouwen. Onze conclusie: laat bomen gezond oud worden met enige assistentie daarbij – net zoals bij mensen.
In de Volkskrant stond 15 november een artikel over de massale kap van populieren die in heel Nederland aan de orde zou zijn. VVD-wethouder Boudewijn Revis zegt daar: “We hebben geen keus: als iemand een tak of boom op zijn hoofd krijgt, zijn wij aansprakelijk.” Wat jammer dat waarschijnlijk nogal wat bestuurders de wet niet goed kennen.
Auteur: Jaap van Oostendorp (jurist en bestuurlid van stichting De Bomenridders)