Skip to main content

In de nieuwe Omgevingswet zijn de procedures voor de besluitvorming en rechtsbescherming zoveel mogelijk gestroomlijnd. De rechtzoekende burger zal scherp moeten letten op de bezwaartermijnen.
Op dit moment zit de standaard bezwaar- en beroepstermijn van zes weken wel bij iedereen tussen de oren. Aan die termijn verandert niets, maar straks zullen partijen die willen opkomen tegen een omgevingsvergunning soms al binnen twee weken de bestuursrechter moeten benaderen om nog iets te kunnen bereiken.

Het tijdstip waarop een omgevingsvergunning (zoals een kapvergunning) in werking treedt is afhankelijk van de activiteit. In principe treedt een omgevingsvergunning in werking nadat deze is bekendgemaakt aan de aanvrager. Dat is niet dezelfde datum als de publicatie (in de plaatselijke krant en op de gemeentewebsite). Voor het kappen van bomen geldt nu dat deze omgevingsvergunningen pas in werking treden nadat de bezwaartermijn van zes weken is verstreken na de datum van bekendmaking.

Wordt er binnen de bezwaartermijn een voorlopige voorziening ingediend, dan wordt de inwerkingtreding opgeschort totdat de Voorzieningenrechter op het verzoek heeft beslist. Wat is een voorlopige voorziening? Die vraag je aan bij de Voorzieningenrechter om er zeker van te zijn dat de bomen niet gekapt worden totdat er over de bezwaarschriften is beslist. De rechter wijst zo’n verzoek echter lang niet altijd toe.

Onder de nieuwe Omgevingswet geldt in principe voor alle omgevingsvergunningen de reguliere procedure met een beslistermijn van 8 weken.  Voor de sloper en de kapper betekent het een versnelling van minimaal vier weken. De Omgevingswet biedt geen extra bescherming meer voor onomkeerbare activiteiten. Om te voorkomen dat de vergunde activiteiten direct worden uitgevoerd (de zaag erin), zal een bezwaarmaker direct een voorlopige voorziening moeten aanvragen. Alleen als deze wordt aangevraagd  binnen deze twee weken, wordt de inwerkingtreding van de kapvergunning opgeschort. Dit kost een particulier € 165 en een rechtspersoon (zoals onze stichting) € 328. En die ben je kwijt als de rechter het verzoek weigert! Als je de zaak uiteindelijk wint, krijg je het geld terug.

De bezwaar- of beroepstermijn duurt dus nog steeds zes weken, maar degene die tot de laatste dag wacht kan tot de conclusie komen dat de bomen al zijn gekapt of het monument al is gesloopt. Het procesbelang is dan komen te vervallen. Je hebt eenvoudig geen zaak meer! Voor natuurorganisaties en monumentenverenigingen betekent dit dat zij buiten spel staan als ze zich niet op tijd bij de rechter melden en de aanvrager van de vergunning daarentegen wel ‘voortvarend’ te werk gaat.

Met de termijn van twee weken zit een onaangename verrassing in een klein hoekje. De Tweede Kamer heeft deze beperking in de rechtsbescherming kennelijk acceptabel geacht. Dat is een slechte zaak, want in de praktijk zien we vergunningen vaak te laat, een of twee weken NA verlening pas gepubliceerd worden. Gevolg: slechts enkele dagen over om er kennis van te nemen EN in actie te komen. De inspraak wordt op deze manier bijna onmogelijk gemaakt. De wetgever faciliteert hiermee bomenkappers en werpt hogere drempels op voor diegenen die hun omgeving willen beschermen.

(Ingekorte en voor leken wat aangepaste versie van een artikel van Daniëlla Nijman. Het oorspronkelijke stuk is te lezen op binnenlandsbestuur.nl, 28 aug 2015 )

VOVO-rechter